De eerste autorit

7 juni 2018 - Pokolbin, Australië

Vanochtend hoef ik er gelukkig niet voor dag en dauw uit, want ik mag de auto pas vanaf 9 uur ophalen en ik wil toch ook niet in de volle spits rijden. Ik check uit en wacht buiten op een taxi. Ik voel mij best een beetje Carrie Bradshaw van Sex and the City door naar de tegemoetkomende taxi te wuiven. Maar dan op bergschoenen in plaats van Manolo Blahniks. Stoer als ik ben kijk ik onderweg wel mee om te kijken of we een directe route rijden naar het verhuurbedrijf rijden en niet dat ik stiekem de halve stad door mee wordt genomen. Hertz blijkt echt midden in de stad te zitten, dus het is gelijk een vuurdoop. Als ik eerst nog een belachelijk dure verzekering heb afgesloten voor als er iets met de auto is, krijg ik de sleutels en mag ik gaan. In de parkeergarage is het erg warm en benauwd, maar dat kan ook aan mij hebben gelegen. Met een glimmend stuur van de bezwete handen, rijd ik eerst 6 verdiepingen naar beneden en doe ik elke bocht een schietgebedje. Het is zeker geen kleine Opel Karl die ik gewend ben en dan is alles ook nog eens verkeerd om. Als ik midden in Sydney rijd, valt opeens de navigatie weg. Op goed geluk wacht ik maar tot ik ergens een afslag kan nemen om alles rustig weer op te starten. Ik blijk een kwartiertje de verkeerde kant op te zijn gereden, dus pak dezelfde route weer terug. Via de Harbour Bridge rijd ik met rechts van mij de Opera House de stad uit. Dat is toch wel een mooi gezicht, maar ik heb nog steeds een droge mond van de spanning. Het is maar goed dat Sydney geen drukke stad is, dan is het tenminste niet zo erg dat ik in plaats van richting aan te geven de ruitenwisser aan doe, dit zit namelijk ook andersom.
Op advies van de reisgids ga ik naar Ku Ring Gai Chase National Park. Na een ritje door de omgeving, maak ik een kleine wandeling naar een grottekening van de Aboriginals. Als ik terugkom, zie ik dat het volledige dak van de auto is volgescheten. De dader zit nog parmantig boven op een tak. Ik sta als enige voertuig op een parkeerplek van 50 plaatsen, hoe kan dit? Als ik in de auto de volgende stopplek aan het invoeren ben in de GPS, hoor ik nog wat extra poepjes vallen. Dit kleine vogeltje legt dus gewoon mensenhopen. Op de auto die ik nog geen 3 uur in mijn bezit heb.
De volgende stop is het uitzichtpunt voor de kustlijn. Vanaf dat punt is het mogelijk naar het Barrenjoey Lighthouse te kijken. Het is hier een stuk warmer dan in Sydney, dus ik ben echt aan het genieten van het uitzicht over het heldere water, met een lekker zonnetje in mijn gezicht. Er zouden migrerende walvissen moeten zijn in deze tijd van het jaar. Ik speur de hele baai af met mijn verretje (voor de mensen die niet zijn opgegroeid in hetzelfde gezin als ik; een verrekijker), maar kan niks ontdekken. Dit is al de derde keer dat ik ze misloop; in Californië, Zuid-Afrika en nu hier.
Als ik een tijdje van het uitzicht en de temperatuur heb genoten, ga ik op pad richting het hotel in de Hunter Valley. Hoe dichterbij ik kom, hoe chiquer de omgeving. In dit wijngebied zijn allemaal grote landgoederen. Het hotel is een soort Center Parcs, maar dan een 2.0 versie. Mooie huisjes met een eigen terrasje. Voor morgen ga ik mijn zwemspullen klaarleggen, want dan is het tijd voor de dolfijnencruise!

Foto’s

4 Reacties

  1. Clarike:
    8 juni 2018
    Stoere chick!!! Wat een heerlijk verhaal weer! En denk maar zo; dames met Manolo Blahniks hoeven vast nooit zelf te rijden; een keer hard op de rem te trappen en hun voet wordt gespietst 😜
    Alvast heel veel plezier op je dolfijnencruise!
  2. Natalie:
    8 juni 2018
    hey Menke, klinkt weer als een heerlijke reis!! Veel plezier met de dolfijnen!
  3. Pap:
    10 juni 2018
    Geweldig hoor dat je in je eentje links durft te rijden! Aanvulling op het reisprogramma: bezoek aan een wasstraat...
  4. Ilona Luijten:
    12 juni 2018
    Gefeliciteerd met je verjaardag. Het is een beetje ver rijden anders was ik langs gekomen xxxx